Enkele telspelletjes rond het thema "Pasen".
Paaseieren
tellen ( nodig: zak met paaseieren of iets die de
eitjes vervangen mss chocolade 😊)
De paashaas is de tel kwijt. Hoeveel eieren had
hij nu? De hele nacht heeft hij geteld en toen hij bijna klaar was, vergat hij
waar hij was gebleven. Kunnen jullie helpen met tellen? Tel
alle eitjes uit de zak ( tot 10 is ok, tellen tot 20 mag) Tel ze één voor één,
leg ze in een rij. Maak samen met je kind groepjes van 2,
3 en 4 eitjes. Verdeel de eieren over mandjes of kleine doosjes. Bijvoorbeeld: in dit mandje mogen er 2
eitjes.
Wat ook leuk
is als je kleine popjes/ legomannetjes hebt dan kan je bij elk popje 1
of meerdere eitjes laten leggen. Je kan ook vragen dit popje heeft grote honger
en wil er 2 eten. Zo tellen ze al spelend zonder te beseffen.
Eitjes in de
eierdoos tellen
(nodig: paaseitjes echt of van
plastiek, eierdoos voor 10 eitjes)
Vul de doos met 6 eitjes. Leg de eitjes per 5 naast elkaar. De kinderen mogen raden
hoeveel eieren ze denken dat er in de doos zitten.
Door de aantallen te zien die over blijven kunnen ze de aantallen raden.
Kijk samen hoeveel eitjes in
de doos zitten en tel ze samen. Speel vervolgens flitsspelletjes met de doos.
Stop een aantal eieren in de gaten en laat dit even zien aan je kind. Doe dan
de doos dicht en vraag: Hoeveel eitjes zag je? Terug samen tellen om te kijken
of dit klopt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten